De afstand tussen het modem bij de klant en de afstand tot de wijkcentrale/straatkast/wijkkast wordt gezien als belangrijkste oorzaak van snelheidsverlies bij op DSL gebaseerde aansluitingen. De bekabeling tot de wijkcentrale is dan ook per gekozen techniek verschillend. Hoe dichterbij deze aansluiting is hoe sneller de verbinding is. Kortere afstand betekend voor u een hogere snelheid. De kabelloop is wel bij KPN bekend, maar wordt vaak niet inzichtelijk gemaakt voor derden. Nadeel van koperdraad is dat hoe langer de kabel is, des te meer signaalverlies en daardoor snelheidsverlies er optreedt. Vaak komen ze met termen zoals Signal Noise Ratios en soortgelijke termen. En vaak zijn er altijd nog “barrieres” zoals lassen in de grondkabels, grachten, of dat alle kabels als een bundel via één brug gaan of dat de kabels voor u gelegd waren die misschien niet de snelste route is en dus bent u niet verbonden met de centrale welke het dichts bij is. Bij een lengte van 1 kilometer is de snelheid in de praktijk vaak al gehalveerd. Bij de opvolger VDSL(2) is het deel tussen de wijkcentrale en wijkkast vervangen door glasvezel. Bij glasvezel is er praktisch geen verlies bij gebruik van lange kabels. Hierdoor is de snelheid tot de wijkkast optimaal, en wordt de lengte van de koperdraad beperkt. VDSL wordt ook wel FttC (Fiber to the Curb) genoemd.