Chroom-6 is in de installatiebranche aanwezig in coatings van metalen en roestvrijstalen producten. De chroom-6-verbinding kan op drie manieren in het lichaam terechtkomen: door inslikken (maag), door inademen (longen) of via de huid. Ook kan chroom-6 bij inademen of contact met de huid voor een allergische reactie zorgen. Chroom is een metaal dat in verschillende vormen voorkomt.
Naast chroom-6 bestaan er ook andere chroomsoorten, zoals chroom-0 en chroom-3. Chroom-0 noemt men ook wel metallisch chroom. Chroom-3 komt van nature voor in de bodem, en in hele kleine hoeveelheden in water en in voedsel. Alleen Chroom-6 is kankerverwekkend en kan dus erg gevaarlijk zijn voor je gezondheid.
Chroom-6 kan in verschillende producten zitten, zoals:
– Verf(lagen),
– Verduurzaamd hout,
– Cement,
– Leer
– Tatoeage-inkt,
– Textielverf,
– Houtbescherming,
– Badkamerkranen,
– Fiets- en auto-onderdelen,
– Coatings en
– Anti-corrosie producten.
Daarnaast kan chroom-6 allergische reacties veroorzaken, zoals astma en allergisch contacteczeem. Het metaal wordt vaak gebruikt omdat het sterk roestwerend is en zorgt voor kleur. Echter kan bij het bewerken van producten met Chroom-6, zoals schuren en lassen, de stof vrijkomen in de vorm van stofvorming of damp. Als u deze vervolgens inademt, inslikt of aanraakt, komt de stof het lichaam binnen. Dat vormt geen direct risico, maar langdurig grotere hoeveelheden Chroom-6 binnenkrijgen, brengt mogelijk ernstige gezondheidsrisico’s met zich mee. Om de gezondheid te beschermen is het belangrijk te herkennen wanneer u werkt met Chroom-6 én hoe u stof- of dampvorming kan voorkomen.
De installatiebranche kent verschillende werkzaamheden waarbij chroom-6 kan vrijkomen. Dan gaat het bijvoorbeeld om het lassen of solderen (verhitting) van leidingen, kabelgoten, bouten en alles wat van rvs gemaakt is. Het grootste risico vormt de coating. Bij het schuren, verwijderen of bewerken van een coating met chroom-6-verf ontstaat stofvorming. Dat stof kan op allerlei manieren het lichaam binnenkomen, maar inademen komt in de installatietechniek het meest voor. Het stof kan ook in restmaterialen zitten, of in het stof dat andere vakmensen hebben achtergelaten bij hun werkzaamheden.
Onze arbowetgeving stelt duidelijke eisen aan het werken met kankerverwekkende stoffen. Dat begint met bewustwording van de risico’s, goede voorlichting en instructie. In een risico-inventarisatie en -evaluatie moeten werkgevers de blootstelling aan gevaarlijke stoffen meten en beoordelen.